Niet klaar
Ik ben er nog niet klaar voor. Ik was niet klaar voor Covid-19, zoals bijna niemand, maar ik ben helemaal niet klaar voor het nieuwe-normaal. Ik begin er eigenlijk pas een beetje aan gewend te raken om op een volstrekt onnatuurlijke manier ‘gewone’ dingen te doen. Zoals de boodschappen bijvoorbeeld. Ik manoeuvreer nu – bij voorkeur na achten ‘s avonds – zelfs met een elegante souplesse mijn schoongepoetste karretje door de supermarkt en heb de anderhalve-meter-slag eindelijk te pakken. Ik ben tegenwoordig ook goed voorbereid met mijn op loopvolgorde geschreven lijstje, ik sla voor vijf dagen tegelijk in, laat me niet meer verleiden door onnodige aanbiedingen – omdat ik zo geconcentreerd bezig ben met het vermijden van elke aanraking dat ik die niet eens zie – spaar geen zegeltjes meer voor overbodige fun gadgets, doe geen gezellige praatjes meer want ik vind iedereen er een beetje vijandig uitzien en de caissières kijk ik uit voorzorg alleen nog schuin afstandelijk aan. En o hoe heerlijk: gewoon je karretje terugzetten zonder met vier volle tassen je muntje uit het gleufje te hoeven vissen.
Timeslot
Zo efficiënt deed ik nooit boodschappen. Het scheelt tijd en geld, dat is dan weer een voordeel. Maar er is weinig aan. Het lijkt meer op een exercitie dan een noodzakelijk maar best aangenaam, want ook sociaal en soms verrassend, onderdeel van de week. De sjeu is er af. Ik moet plannen, voorbereiden en wil eigenlijk overal zo snel mogelijk weer weg zijn. Dat afstand houden irriteert me en echt ontspannen is het nergens meer. Straks moet ik ook nog zorgen dat ik genoeg mondkapjes in huis heb (waar koop ik die dingen eigenlijk, en welke zijn betrouwbaar?) anders kan ik niet eens de tram in. Of met de trein naar een museum. Die ik alletwee waarschijnlijk van tevoren online moet reserveren, inclusief de locker, de rondleiding, de koffie, het toiletbezoek en wel of geen souvenir na afloop. En hoe lang ik blijf. Voor spontaniteit is weinig ruimte meer. Een beetje dralen of nutteloos ronddolen is er niet meer bij. Alles moet passen in een time slot. Ik blijf geloof ik nog liever thuis.
Te laat
Even iets anders. Veel belangrijker nog! De streeplozelucht. De knetterheldere zee. Het schone strand. De natuur die uit z’n lentevoegen barst. De lege wegen. De stilte. De scherpe contouren. De vergezichten. Ik kan alleen maar denken: heb ik er genoeg van genoten? Heb ik het wel écht gezien? Heeft iederéén het wel gezien? Gaat dit nu alweer verdwijnen? Was dit éénmalig?
Ik vrees dat het door mijn vingers geglipt is. Gisteren stond ik weer in de file. Het is voorbij.
Herken je dit? Of gaat het je juist niet snel genoeg? Laat je horen! Interessant! Dank.